Het licht schijnt in het duister… Antwoord aan de angst…

Alle grote spirituele tradities hebben prachtige woorden voor de ruimte die zich ontvouwt als we onze handen, armen, harten en deuren openen. We openen onze handen om het geschenk dat leven heet te ontvangen. En we gebruiken onze armen om onze medeschepselen liefdevol te omhelzen. Wat een geluk als je het vermogen hebt gekregen om je deur open te zetten voor de liefde. Ik ben er altijd weer van onder de indruk als er mensen zijn die de essentie van het leven weten vorm te geven in de liefde van mens tot mens, in de liefde voor onze mede-schepselen.

De ruimte die ontstaat in het openen van handen, armen, harten en deuren wordt paradijs genoemd: bewustzijn, Hof van Eden, Land van ooit, Hemel, Walhalla, Nirvana, Champs Élysées, de eilanden der gelukzaligheid, Koninkrijk Gods. En al die mogelijkheden bevinden zich niet aan de andere kant van de wereld, of aan de andere zijde van onze werkelijkheid. Deze ruimte zit in onszelf. ‘Het Koninkrijk Gods is in U’.  

Er zijn twee soorten religies: de eerste is die van de open hand, het open hart, de open deur en de open armen. De tweede is die van de gesloten hand, van de gebalde vuist. Met een open hand creëer je ruimte voor jezelf, de ander en God. Een gebalde vuist is het symbool van contractie, van samentrekking, samenknijpen, van kramp, vastklampen en verkrampen, van het graaien en grijpen. Deze vernauwing in bewustzijn wordt ook wel eens aangeduid met Ego. 

Moeilijke situaties in ons leven doen ons verkrampen, doen ons graaien en grijpen naar houvast. Dat is goed voorstelbaar. Wij mensen zijn kwetsbare wezens. En we hoeven elkaar daar ook niet om af te wijzen. Het is menselijk. Maar niet altijd wenselijk. Onze drift om te overleven zorgt ervoor dat we onze eigen mechanismes niet goed doorhebben en niet onder controle hebben. In onze angst denken we het eerst aan onszelf en gaan we hamsteren. Ook als het niet nodig is. 

De confrontatie met een levensbedreigend virus stelt ons voor de uitdaging om het hoofd koel en het hart warm te houden. In de ruimte die zich ontvouwt als we hand, arm, hart en deur openhouden, kunnen we ervaren wat er nodig is aan compassie, zorgzaamheid, barmhartigheid en solidariteit. Het vergt meesterschap om in donkere tijden licht te laten schijnen.

We kunnen de bijeenkomst van 5 april uitstellen, maar schaf de vijfde april niet af als een dag om te leven. We kunnen de bijeenkomsten van het Kapittel van 18 april niet door laten gaan, maar blaas de achttiende april niet af als een dag om de waarde van het leven te zien. We kunnen op 30 maart voorzichtigheid betrachten als het gaat om te veel kwetsbare mensen op een kluitje. Maar de dertigste maart blijft de perfecte dag om ons te herinneren dat we het vermogen hebben gekregen om het licht te laten schijnen.